Tussen maart en juli 1951 werden 3.578 Molukse militairen en hun gezinnen met 11 schepen (12 transporten) naar Nederland overgebracht, in totaal 12.500 mensen.
De komst in Nederland
De Molukse militairen werden tijdens hun reis naar Nederland uit hun functie ontheven. In Nederland werd alles in het werk gesteld om huisvesting voor hen te vinden. Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog was er een grote woningnood. Huizen waren niet beschikbaar. De overheid wilde de Molukkers bovendien niet in gewone huizen onderbrengen, maar hen zoveel mogelijk bij elkaar houden, weg van de Nederlandse samenleving. Het was namelijk niet de bedoeling dat ze hier zouden integreren, maar dat ze zo snel mogelijk terug zouden gaan naar Indonesië.
Huisvesting
Daarom werden een groot aantal complexen die in gebruik waren bij ministeries vrijgemaakt om te worden omgebouwd tot Molukse woonoorden: kazernes, opleidingsinstituten, gevangenissen, DUW-kampen (barakkenkampen waarin tot dan toe werklozen waren gehuisvest die ingezet waren bij werkverschaffingsprojecten, en twee kampen uit de Duitse tijd: Kamp Vught (omgedoopt tot woonoord Lunetten) en Kamp Westerbork (woonoord Schattenberg). Ook enkele kloosters en villa’s werden gebruikt. Gezinnen en families woonden niet meer bij elkaar in de buurt, sociale voorzieningen voor Molukkers in Nederland waren niet zo opgezet dat bepaalde gebeurtenissen ‘makkelijk’ bekostigd konden worden. Daarnaast hadden de jonge mannen, net ontslagen ut het leger, bij aankomst in Nederland geen sociale status meer als militair.
De oprichting van de eerste kumpulans
Weggegaan uit land van herkomst, zonder status en goede voorzieningen, hadden de jonge gezinnen de behoefte aan eigen organisaties. Er werden diverse Molukse kumpulans opgericht. Een kumpulan is een negorijvereniging (dorpsvereniging) bestaande uit mensen die afkomstig zijn uit een zelfde dorp op de Molukken, of wier (groot)ouders daar vandaan komen. Kumpulans waren voor mensen met een oorsprong in een bepaald dorp een manier om met elkaar in contact te blijven en elkaar (financieel) te steunen in droevige of blije tijden. Daarnaast zorgde een organisatie als een kumpulan ervoor dat mensen een sociale status kregen, door bijvoorbeeld in een bestuur te zitten.
Kumpulan Tuhaha
Ook de mensen met een oorsprong in Tuhaha organiseren zich. In 1952 neemt oom Abe Loupatty in woonoord Lunetten in Vught het initiatief om een kumpulan op te richten. In 1953 wordt de kumpulan opgericht en in 1956 in Woerden statutair bekrachtigd. De kumpulan heet dan: Perkumpulan Persatuan Anak Anak Beinusa.
De eerste doelstellingen van de kumpulan zijn:
• De binding tussen personen of families afkomstig uit de negorij Beinusa (Tuhaha)
bevorderen, in Nederland, en zij die door huwelijk of op de een of andere manier verwant zijn met Tuhaha.
• Kapitaal ter beschikking stellen om de negorij te ondersteunen in de ruimste zin van het woord; steun te bieden aan leden, wanneer zij getroffen worden door leed.
In de jaren zestig wordt de kumpulan gesplitst in een ouderen vereniging en een jongeren vereniging. De jongeren voelen zich niet gehoord door de ouderen en scheiden zich af. Anno 2003 bestaat de kumpulan vijftig jaar en zijn er drie generaties Molukkers in Nederland. De jongeren vereniging kampt echter met problemen. Had zij in haar eerste jaren een fanatieke aanhang, vandaag de dag zijn er weinig jongeren actief lid. Dit bleek in de ledenvergadering van mei 2002, waar slechts 18 jongeren (inclusief bestuur) aanwezig waren. Daarom besloot de jongeren vereniging weer in de ouderen vereniging op te gaan. Ook wordt er in 2003 een nieuwe doelstelling toegevoegd aan de kumpulan: Bekendmaking van de geschiedenis en cultuur van Tuhaha.
Tekst door: Melissa Valk
Bronnen:
• H. Smeets, Molukkers in Nederland, http://www.lsem.nl/ (Utrecht, 2003)
A. Souisa, Statuut Perkumpulan Persatuan Anak Anak Beinusa.