Ons dorp Tuhaha heeft pelaverbonden met twee islamitische dorpen: Rohomoni (op Haruku) en Kulor (op Saparua) . Daarnaast heeft Tuhaha een adik-kaka-bongso relatie met twee christelijke dorpen op Saparua: Ulat en Itawaka.
Oorspronkelijke ligging Tuhaha
In het begin was Tuhaha in de bergen gevestigd tussen Itawaka, Ulat en Sirisori. Tuhaha bestond uit negen soa’s (kleine dorpen). Aan het hoofd van deze negen soa’s stond kapitan Aipassa. Tijdens het verblijf in de bergen vond de oorlog op de berg Alaka (op het eiland Haruku) plaats (genoemd “prang Alaka”). Een belangrijke oorlog omdat ons pelaverbond met het dorp Rohomoni uit deze strijd is ontstaan.
Amarima Hatuhaha
De koninkrijk Amarima Hatuhaha (op het noordelijke deel van het eiland Haruku) is een moslim uli die bestond/bestaat uit een vijftal dorpen die een zeer hechte band met elkaar hebben: Rohomoni, Kabau, Kailolo, Pelauw en Hulaliu. Deze koninkrijk werd door de Nederlanders veroverd. Dankzij o.a. de hulp van onze negorij werd het rijk heroverd. Als eerbetoon werd het pelaverbond (“pela batu karang”) met Amarima Hatuhaha gesloten. Alleen Rohomoni is nog bekend uit dit pelaverbond.
Met de komst van de Nederlanders werd de oorspronkelijke locatie van Tuhaha (in de bergen) verplaatst naar de kust bij Hatuana, bij het blokhuis Velzen (bij Nolot). De Nederlanders dwongen Tuhaha, samen met een aantal andere dorpen, het christelijke geloof op het eiland uit te breiden en de opkomst van de islam te onderdrukken; zelfs uit te roeien. In die periode vond de oorlog met het islamitische dorp Iha op Saparua plaats (“prang Iha”). Op advies van Radja Sasabone werd een varkenskop (= een onrein dier
volgens de koran) in de toren van Iha gegooid, wat vervolgens voor verwarring zorgde waar de Nederlanders dankbaar gebruik van maakten om vervolgens de toren en het dorp te veroveren.
In het jaar 1653 verhuisden de bewoners van Tuhaha van negeri Nolot bergafwaarts waarna ze in 1818 in Pasir Putih terechtkwamen. Vanwege de onvruchtbare grond en het tekort aan water moesten de Tuhahanezen uitwijken naar een andere locatie. Pasir Putih was in eerste instantie de plek die de Heer aanwees. Maar er werd geloot om de locatie. De Tuhahanezen trokken naar de plek die het lot bepaalde, Aimahono, en niet naar de plek die de Heer aanwees. Ter nagedachtenis aan deze keuze en om vergiffenis te vragen wordt er om de zes maanden een kerkdienst gehouden.
Kulor
Tuhaha heeft een pelaverbond met het islamitische dorp Kulor op Saparua. De reden van dit pelaverbond is de hoeveelheid hout die dit dorp in het verleden beschikbaar heeft gesteld voor de bouw van een school op Tuhaha. Echter, dit pelaverbond (“pela tempat siri”) is minder sterk dan dat met het dorp Rohomoni.
Ulat en Itawaka
Naast de pelaverbonden bestaat er een adik-kaka-bongso relatie met twee christelijke dorpen op Saparua: Ulat en Itawaka. Volgens de verhalen maakte Itawaka vroeger deel uit van Ulat. Het dorp is ontstaan doordat een soa uit Ulat naar dat deel (huidige Itawaka) van Saparua moest om op de uitkijk te staan. Oorspronkelijk heet Itawaka, “Titawaka”, wat betekent: “langar ke sana djaga”. Vanwege het bovengenoemde is Itawaka in deze relatie betrokken.
In deze relatie is Tuhaha de oudste (“kaka’), Itawaka de middelste (”adik”) en Ulat de jongste (“bongso”). Wat betreft de verplichtingen en de geboden ten aanzien van onze “adik” en “bongso” is er tot vandaag de dag geen eenduidigheid. Wel benadrukte eind 2003 Tuan tanah Max Aipassa dat mensen uit Tuhaha en uit Ulat met elkaar mogen trouwen.
Let wel: Er bestaan verschillende versies over het ontstaan van de banden met bovengenoemde dorpen.
Tekst door: Melissa Valk
Bronnen:
Obor (1996), samenvatting van de informatie die de commissie cultuur verzamelde in 1995. Samenvatting bijeenkomst met Tuan Max Aipassa, kepala adat Tuhaha in Lunteren, zaterdag 25 oktober 2003.G. E. Rumphius, De Ambonse eilanden onder de VOC, Zoals is opgetekend in De Ambonse Landbeschrijving pagina 103).